Onze trip naar Marrakesh stond niet helemaal op de planning, maar we hebben er zeker weten het beste van gemaakt. Niet elk moment was even leuk, maar tussen de ziekenhuisbezoeken door hebben we prachtige plekken bezocht in Marrakesh en in de, vlakbij gelegen, Hoge Atlas. Ik neem je graag mee in de avonturen van de dertiende week van onze reis die ons bracht van het strand, naar de drukte van Marokko’s hoofdstad en daarna in de tussen de sneeuw in de bergen.
We verbleven de eerste vier nachten op de ‘pensionadocamping’ vlakbij Marrakesh om een beetje bij te komen én de stad te kunnen verkennen. Wildkamperen hier in de omgeving is lastig, maar gelukkig betaalde de reisverzekering ons verblijf op de camping, dus we namen het even van alle ‘luxe’. De eerste drie dagen zagen we vooral de binnenkant van het ziekenhuis, daarna hoefden we alleen nog terug voor twee controle-afspraken en hadden we de tijd om meer van de stad zelf en de omgeving te zien. We hadden pittige dagen achter de rug en wilden niets liever dan als een ‘normale’ toerist de stad in gaan, in plaats van elke keer de stad in en uit voor afspraken in het ziekenhuis. We waren dus heel blij toen we op pad konden als ‘echte” toeristen. Meteen geschokkeerd door hoe toeristisch Marrakesh is, maar gelukkig wisten we ondertussen wat de prijzen gemiddeld zijn én werkt een pleister op je oog en een beetje zielig kijken met afdingen ook goed. Elk nadeel heeft z’n voordeel
De groene parken van Marrakesh
Laten we meteen beginnen bij misschien wel het meest bijzondere aan Marrakesh ten opzichte van de andere grote steden in Marokko: Het is er groen! Dankzij koning Mohammed VI, die een groot fan van bomen is, zijn er in en rond het centrum van Marrakech verschillende tuinen en parken te bezoeken. Dat deed ons meteen denken aan de zomerse dagen in het park in Amsterdam en we zagen ons al zitten op een kleedje met een boekje en een biertje, oh nee, theetje natuurlijk. Dat was niet helemaal hoe het er in Marrakech in de praktijk uit zag.
Het eerste park wat we bezochten was het door ‘Maroc Telecom’ aangelegde ‘Cyber Park’. Het park gesponsord door dé telefoonprovider van Marokko was een oase van rust waar veel studenten aan het werk waren. Als toerist is het verder niet zo speciaal om te bezoeken, maar wel als je even bij wil komen van alle drukte en ziekenhuizen is het een fijne plek.
De ‘Jardin Majorelle’, ontworpen door Yves Saint Laurent, is een tropische tuin in het centrum van Marrakesh. De verwachtingen waren hoog toen we de het dure toegangskaartjes online gekocht hadden. Eenmaal bij de ingang van de tuin begrepen we waarom de prijs zo hoog was. De ‘Majorelle Garden’ is namelijk dé toeristische trekpleister van Marrakesh. Waarom precies, daar zijn we niet achter gekomen. Het stadsparkje was gevuld met meer mensen dan planten en er was, op de palmbomen, cactussen en gekleurde gebouwen na, weinig bijzonders te zien. Behalve dan de toeristen uit alle uithoeken van de wereld die zonder schaamte poseerden op elke plek in de tuin. We vermaakten ons dan ook goed met ‘mensen-kijken’. Het Berber-museum in de tuin verdiend wel een eervolle vermelding. Dit kleine museum was een schat aan Berber-cultuur, dat vanwege de ontwerpers een accent legde op de prachtige klederdracht en kleurrijke sieraden.
Het tweede park dat we bezochten die dag waren ‘Les Jardins de l’Agdal’. De grote tuin lag een stukje van de medina af, maar we waren gemotiveerd om deze te bezoeken. Na een dik half uur lopen vanuit de medina kwamen we erachter dat het park dicht was voor werkzaamheden. Dat was even een tegenvaller, maar door het hek zagen we wel dat het er prachtig groen was. Wie weet een volgende keer.
Nog een tuin dan, voordat we naar de medina gaan. Op weg naar de bergen bezochten we de ‘Anima Garden’. We hadden al eerder van deze tuin gehoord en wilden deze graag bezoeken. De tuin is ontworpen door André Heller. Op twee hectare grond heeft deze Duitse kunstenaar een prachtige botanische tuin aangelegd met daarin verschillende sculpturen en kunstwerken geïnspireerd op de ‘Jemaa el-Fnaa’-plein in Marrakech.
Wat de tuin nog meer bijzonder maakt, is dat deze precies tussen de drukke stad en de hoge bergen ligt, waardoor de uitzichten surrealistisch zijn. We voelden ons net kinderen toen we de smalle paadjes tussen het groen verkenden en telkens weer een prachtig nieuw plekje, bankje of kunstwerk vonden. Een bijzondere plek dat voor ons gevoel niet helemaal past in Marokko, maar misschien daarom juist zo speciaal is.
De toerist uithangen in de medina van Marrakech
Wanneer je in Marrakesh bent, dan kan een bezoek aan de medina natuurlijk niet ontbreken. Het ommuurde stadscentrum in Marrakesh is wat groter opgezet dan de andere medina’s die we gezien hebben, waardoor de auto’s, scooters en andere wagentjes waarvan ik niet precies kan duiden wat het zijn, je om je oren vliegen. Het deel van de medina met souvenirs was groter dan ooit en overal waren zijstraatjes gevuld met kleden, sieraden, aardewerk en andere troep. Wanneer je als toerist op Marrakesh vliegt en dit de eerste keer is dat je in aanraking komt met het fenomeen van de medina, dan kunnen we ons goed voorstellen dat je niet weet wat je ziet. Wij keken er niet zo meer van op en baanden ons een weg naar het ‘groenten en fruit-deel’, om de boodschappen te doen. Toch heeft het wat, die alledaagse drukte in de wirwar van kleine straatjes. Ik snap wel waarom de Marokkanen zo van hun medina’s houden.
Mijn favoriete plek in de medina van Marrakesh is zeker weten het ‘Jamaa El-Fnaa’-plein. Ten eerste omdat een grote open plek in een medina uniek is en ten tweede omdat er zoveel gebeurd op dit plein dat je niet weet waar je moet kijken. Er zijn prachtig gevulde fruitkramen waar de verkopers die sapjes persen je naroepen met ‘Juan’ en ‘Diego’ omdat je er Spaans uitziet, vrolijke straatverkopers met zonnebrillen en mutsen, slangenbezweerders met wel tien slangen om zich heen en hun ‘mannetjes’ die de toeristen ernaartoe lokken, lokale vrouwen die toeristen proberen over te halen om een henna-afbeelding op hun hand te laten zetten, Berberapen die kunstjes doen en ga zo maar door. Niets heerlijkers dan eens even lekker analyseren hoe dat er allemaal aan toe gaat, dus we ploften neer op een bankje met een bakje Arabische koffie en in de medina gekochte zoetigheden. Zo komen opa en oma de middag wel door.
Vlakbij het plein bevond zich een mooie moskee, waar we natuurlijk even langsliepen. Daarna vervolgden we onze weg naar ‘Les jardins d’Adgal’, maar na ruim een halfuur lopen bleek deze dicht te zijn. We liepen terug en trakteerden onszelf op een heerlijk broodje bij één van de vele ’Sawarma’-tentjes, waar we van de enthousiaste eigenaar frietjes bij ons broodje kregen. Dat was héél lang geleden dus we genoten volop. Dankzij de navigatie van Nijs liepen we daarna in één keer terug, iets wat bijna onmogelijk is in de wirwar van straten die allemaal op elkaar lijken. Toen nog even zoeken waar we de auto hadden geparkeerd en daarna even bijkomen van alle drukte en chaos.
Onze weekendtrip naar de Hoge Atlas
Na de eerste controle op donderdag hadden we op vrijdag de medina bezocht en hoefden we zaterdag alleen even langs te gaan voor de tweede controle. Het voorliep allemaal voorspoedig en daarna hadden we een weekend ‘vrij’. Al dagenlang zagen we steeds de bergtoppen van de Hoge Atlas op de achtergrond van de gebouwen in Marrakesh en we konden niet wachten om daar naartoe te gaan. Zonder plan, maar al hunkerend naar natuur en avontuur reden we de bergen tegemoet. We bezochten eerst de ‘Anima Garden’ en reden daarna verder door de droge heuvels en langs kleine dorpjes naar het ‘Lalla Takarkoust’-stuwmeer. Hier wilden we een plek zoeken om ’s avonds te overnachten, maar het bleek niet helemaal wat we er van verwacht hadden. In de rivierbedding slapen leek ons wat riskant en in de natuur rond het meer waren overal vuilstortplaatsen. We besloten het meer achter ons te laten en vlak voor zonsondergang vonden we een ‘auberge’ waar we de bus voor 30MAD naast mochten parkeren. De sterrenhemel die avond was fenomenaal.
De volgende dag hadden we geen idee waar we naartoe zouden gaan. We vroegen in de ‘auberge’ aan de jongen die ons gisteravond had geholpen of hij wat wist, maar hij kon ons weinig vertellen en de eigenaar van de ‘auberge’ evenmin. Een vriend van de eigenaar sprak Engels, zeiden ze, maar dat was volgens de beste man zelf heel veel jaren geleden. Gelukkig nam hij de tijd en met een beetje wijzen en wat Engels/Franse woorden raadde hij ons aan om de smalle eenbaansweg te vervolgen voor een prachtig uitzicht over het plateau. Hij checkte wel nog even of onze camper het zou redden, maar het was geen probleem voor onze Crafter en we vervolgden de weg naar boven. We reden achter de dagtourbusjes aan omhoog via het dorpje Ouazguita en genoten van de prachtige vergezichten op de bergtoppen aan de ene kant en aan de andere kant de uitgestrekte dorre heuvels. Onderweg deden we boodschapjes in de lokale dorpjes en we kochten een tajine en twee mokken voor één vierde van de prijs die ze in de medina ervoor zouden vragen. Tot onze verrassing kwam de eenbaansweg door niemandsland weer uit in de bewoonde wereld. Toen we in het dorpje Moulay Brahim kwamen, zagen we ‘Imlil’ op de borden staan. We hadden gehoord over dit dorpje midden in de bergen, maar hadden nooit gedacht dat we er naartoe zouden kunnen gaan, omdat het ver van de bewoonde wereld is en ’s winters kan sneeuwen. Let’s go!
De Hoge Atlas: Besneeuwde toppen in het bergdorpje Imlil
Via een smalle eenbaansweg door een droge vallei bereikten we het bergdorpje Imlil, midden in de Hoge Atlas en het startpunt voor het beklimmen van de ‘Toubkal’ de hoogste berg van Noord-Afrika. Gezien de staat van de weg en de hoeveelheid mensen die we onderweg tegenkwamen hadden niet helemaal verwacht dat het zowaar verschrikkelijk druk in dit dorp zouden zijn, maar het was een zonnige zondagmiddag dus veel Marokkanen uit Marrakesh kwamen hier naartoe voor een dagje uit. Ongelijk kunnen we ze niet geven, want de natuur is prachtig de bergen.
We liepen achter de toeristen en Marokkanen aan naar de watervallen van Imlil. Dat ik de watervallen op de foto kon krijgen zonder mensen vergde wat moeite, maar de plaatjes zijn het waard.
Gelukkig lieten we de toeristen bij de watervallen achter toen wij onze weg over de rotsen naar boven vervolgden en al klimmend bij het volgende bergdorpje, Aroumd, aankwamen. We wandelden door dit traditionele Berberdorpje en genoten ervan om even toeschouwers te zijn van het dagelijks leven in de bergen. Mijn camera berg ik dan ook het liefst op, omdat ik de mensen niet het gevoel wil geven dat zij een ‘bezienswaardigheid’ zijn terwijl zij hun dagelijkse dingen doen.
Na Aroumd volgde misschien wel de grootste verrassing van deze week: Sneeuw! Met een temperatuur van twintig graden en wat resten van de sneeuw die een paar dagen gevallen is, vonden we dat natuurlijk hartstikke leuk. Daarna wandelden verder via een pad gemaakt door de herders en boeren en vervolgens liepen we via de aangelegde waterkanalen waar vanwege de droogte toch geen water in lag weer het dal in, waar we het pad tussen de huizen en de bomen door volgen. Vervolgens stonden we, tot onze grote verrassing, in de straat waar de camper geparkeerd stond. We bleven die nacht slapen middenin het dorp, het was een bijzonder koude nacht. De dag erna leek het alsof we in een ander dorp waren. Het weer was omgeslagen en er was bijna niemand op straat. Imlil was in één nacht weer getransformeerd tot een ‘gewoon’ bergdorp.
De Hoge Atlas: Een avontuurlijke bergrit naar de Tinmel Moskee
We besloten niet te lang te blijven in Imlil en reden over prachtige bergweggetjes naar Ouirgane, waar we bij een lokaal winkeltje boodschappen deden. Daarna reden we verder naar een meer, waar we wat aten, maar daarna niet zoveel zin hadden om de hele middag te blijven, omdat het niet bepaald mooi weer was. We besloten verder te touren door de bergen naar de Tinmel Moskee.
Nijs is een uitstekende rijder, maar deze bergweg bezorgde me een paar hartverzakkingen. Hoewel het hemelsbreed nog geen twintig kilometer naar Tinmel was, deden we er meer dan een uur over. De smalle eenbaanswegen die langs de steile bergwanden gingen waren smal, slecht onderhouden en soms zelfs onverhard. Gelukkig kregen we er prachtige uitzichten voor terug en een bijzonder inkijkje in het leven in de afgelegen bergdorpjes.
De Tinmel moskee is de oudste moskee van Marokko en is gebouwd in de twaalfde eeuw nadat de stichter van een Moslimstroming uit deze regio overleed en hier begraven werd. De moskee is samen met de moskee in Casablanca de enige die je als niet-Moslim kunt bezoeken. Maar we hadden geen geluk, want de moskee werd gerenoveerd en we mochten vanwege instortingsgevaar niet naar binnen. Een lokale jongen wees ons naar een pad wat we konden voor een mooi uitzicht over de moskee en de vallei. Alleen dat uitzicht al was de trip helemaal waard. We spraken daarna deze jongen die als tourguide in de moskee werkte, totdat de overheid besloot deze voor vijftien maanden te sluiten… Hij vertelde ons ook dat het vannacht flink zou gaan regenen en in Tinmel zelfs zou gaan sneeuwen. Ondanks dat we winterbanden hebben, vonden we het geen geweldig idee om over deze bergweggetjes in de sneeuw te rijden, dus we besloten terug te gaan. Onderweg begon het al te spatten en toen we bij het meer aankwamen was het snijdend koud, het waaide keihard en regende de hele nacht. Toch wilden we niet klagen, omdat we dit weekend geleerd hadden dat de regen voor de mensen in de bergen hier onmisbaar is en er door de klimaatveranderingen steeds minder regen is of de regen te laat komt…
Na dit heerlijke weekend in de bergen gingen we terug naar Marrakesh, waarna we na de laatste ziekenhuisafspraak terugkeerden naar de kust. Het was een hectische week, maar ik ben blij en dankbaar dat alles goed gekomen is en we al deze mooie plekken heb mogen zien. Extra speciaal, omdat de gebeurtenis en de bezoekjes aan het ziekenhuis voor mij eraan herinnering zijn aan hoeveel geluk we hebben dat we in ons campertje al deze mooie plekken mogen zien en bijzondere mensen mogen ontmoeten. Dankbaar!
Reactie plaatsen
Reacties