Taghazout en haar omgeving zijn beroemd en geroemd in de surfwereld. Met perfecte golven en op de hoek van elke baai een surfspot kan er non-stop gesurft worden. Het is dus een waar paradijs voor surfers die vanuit de hele wereld naar Taghazout vliegen of met de camper komen.
We keken er al lange tijd naar uit om naar Taghazout te gaan. Maar wat het vaak is met de bekende bestemmingen, is dat het een beetje ‘overrated’ is, juist omdat het bekend is en je er daardoor al verwachtingen bij hebt. Dit geldt ook voor Taghazout en onze eerste indruk was dan ook niet positief. We vonden het maar druk, toeristisch en overvol met campers. Toch zijn we bijna een maand in de omgeving gebleven. Waarom? Dat lees je in deze en de volgende blogs. In dit eerste deel neem ik je mee langs de kust van Tamri naar Taghazout, een klein uitstapje naar Paradise Valley en vervolgens naar Agadir.
Tamri
Na één week in Marrakesh en de Hoge Atlas reden we via Essaouira langs de kust richting het zuiden, om onze Zweedse vrienden te ontmoeten en de draad van onze surftrip in Marokko weer op te pakken. We keken heel erg uit naar weer zulke heerlijke dagen als in Sidi Kaouki en Tafedna, maar helaas liep het even wat anders. Ten eerste omdat het heel gek en spannend was dat na een week van intensieve controles, we er nu alleen voor stonden en maar moesten hopen dat het herstel van het litteken en de breuk goed ging. Daarnaast was het op z’n zachtst gezegd ‘kutweer’ en regende het bijna twee dagen aan één stuk door. De barstende hoofdpijn werkte ook niet mee en ik zat er even goed doorheen. Gelukkig is thuis nooit ver weg en zorgden lieve berichtjes samen met Nijs ervoor dat ik snel weer opvrolijkte.
Als het dan toch rotweer is, dan kun je maar beter een plek uitzoeken met een héél mooi uitzicht. En zo vonden we een mooie plek bovenop het klif, met uitzicht op geweldige golven.
De ochtend erna kwamen tot een vervelende ontdekking. Niet bepaald hetgeen waar je achter wil komen nadat je een nacht bovenop een steil klif hebt geslapen. Jawel, je dacht er misschien al aan: De handrem deed het niet meer. Ach, we hadden het overleefd, dus we konden rustig aan op zoek naar een garage, dus we gingen naar Tamri. In Maps.me vonden we een garage, of nouja, drie mannen met overalls aan die buiten zaten te chillen, dat voldoet hier ook aan de beschrijving van garage. De garage was dus gevonden, maar hoe leg je dan vervolgens uit dat je handrem het niet meer doet. Iets met ‘J’ai un probleme de…’ en dan het gebaar van de handrem op de auto zetten. Ze wisten, tot onze verbazing, meteen wat we bedoelden en binnen vijf minuten deed de handrem het weer. Het was een fluitje van een cent en de beste man wilde er niet eens wat voor hebben. We gaven 20 Dirham (het bedrag dat je hier meestal geeft als iemand een dienst voor je verleent) en reden met een grote grijns op ons gezicht weg, want wat had dit een moeite gekost in Nederland…
Omdat we toch al in Tamri waren, liepen we door de regen een rondje door het dorp. Of eigenlijk, hoofdstraat met winkeltjes langs de hoofdweg. Het schattige dorpje ligt in een vallei waar iedereen bananen teelt. Dat schijnt een heus ding te zijn hier in Marokko, als één iemand iets doet en het werkt, dan doet het hele dorp mee. Dat was ook zo met de bananenteelt en geeft nu een tropische indruk aan de kust waar we verder tot dan toe alleen nog maar droge gebieden met arganbomen hadden gezien.
En toen eindelijk, na veel te veel dagen in de regen, klaarde het aan het einde van de middag een beetje op. We wilden dolgraag naar buiten, dus we maakten in de mist een wandeling over het strand.
‘Boilers’
Daarna vertrokken we in de richting Taghazout, maar na een kwartier rijden stopten we al. Toen we de hoek van een klif omreden, zagen we namelijk de mooiste golven die we ooit gezien hadden voor ons opdoemen. We parkeerden de camper recht voor de spot en genoten van de show bij ‘Boilers’. We kwamen er later achter dat dit de meest gewaagde surfspot van de omgeving is en zagen met eigen ogen hoe de strijders hier het water in gingen en de meest mooie golven pakten.
We wilden dolgraag blijven staan op deze prachtige plek, maar met het verwachte onweer voor die nacht open vlakte leek dat ons geen geweldig idee. Een beschutte plek zoeken was nog niet makkelijk, al helemaal niet in een onbekende omgeving in het donker. Helemaal kapot vonden we uiteindelijk een goed plekje en we waren blij dat we waren verplaatst, want het regende en onweerde de hele nacht.
Taghazout en Anchor Point
Die dag daarna was het zover, we gingen naar het legendarische Taghazout. Voor de niet-surfers die de blog lezen, Taghazout is één van de bekendste surfspots van de wereld en was, naast Nazaré, één van de plekken waar ik ontzettend graag naartoe wilde gaan deze reis. We hadden gemixte verhalen gehoord, van ‘heerlijk hippie-dorp’ naar ‘toeristische rotplek’, dus we waren erg benieuwd wat we aan zouden treffen. Het viel ons eigenlijk alles mee, we hadden erger gezien. Oké, het was echt heel toeristisch, maar het was niet overdreven, de winkeltjes en restaurants waren nog steeds lekker kneuterig Marrokaans. De omliggende resorts buiten beschouwing gelaten, want dat was natuurlijk niet om aan te zien.
Als surf-hoofdstad van Marokko waren er in Taghazout meer dan genoeg surfboard repairs. We lieten mijn schatje achter bij de ‘boarddokter’ en gingen naar Devil’s Rock, want Nijs kon niet wachten om weer te gaan surfen. Helaas werden we teleurgesteld. Het was een grote chaos van beginners en door alle regen die van het land de zee in stroomt, was het water modderbruin en vol met afval.
Gelukkig is er altijd wel een goede spot in Taghazout. We reden dus naar ‘Mysteries” waar we Lauren en Ren ontmoetten. De boys gingen het water in en ik kletste lekker bij met Lauren. Daarna keken we bij de WSL competitie bij ‘Anchor Point’.
‘Desert Point’
’s Avonds reden we naar alweer een andere surfspot, genaamd ‘Desert Point’ en kwamen daar in het donker aan. Toen we die dag daarna wakker, werden konden we onze ogen niet geloven. We stonden boven op een klif met geweldig uitzicht en een prachtige surfspot op loopafstand. We wisten meteen dat dit ons lievelingsplekje werd en bleven hier dagenlang staan. Een heerlijke surf-chill routine ontstond weer. ’s Ochtends haalden we brood bij een vriendelijke man die met zijn iconische roepje “lepainlepainlepain” liet weten dat hij er was. Af en toe reden we naar het dichtstbijzijnde dorpje om groenten en fruit te halen en verder genoten we van de heerlijke plek, de prachtige golven én de magische zonsondergangen. Dit was waarvoor we naar Marokko waren gekomen!
De eerste paar dagen mocht ik helaas nog niet het water in. Het gezegde ‘zout water ontsmet’ klopt helaas niet helemaal, want in zeewater zitten veel bacteriën. Gezien het infectiegevaar van het litteken moest ik dus nog even wachten, maar slecht kwam het niet uit, want mijn board was toch nog bij de ‘boarddokter’. Ik schreef die dagen veel, begon met yoga en maakte meer foto’s dan ooit. Ook werden er kaartspellen gespeeld, goede gesprekken gehouden en elke avond kampvuurtjes gemaakt. We waren de hele dag buiten en dat is zo heerlijk. Dat kwam mede ook door het prachtige weer, het was deze dagen namelijk warmer dan normaal en dat was zeker welkom na de regendagen.
Anza, Tamraght, ‘Banana Point’
Na een paar dagen bij ‘Desert Point’ dachten we dat het tijd zou zijn voor een ander stekje aan het strand. We gingen ’s ochtends naar Anza om te kijken bij de WSL competitie. Er deed namelijk een Nederlander mee die we toevallig kenden van het werk op het strand. Stef schopte het tot de volgende ronde en hield de eer voor de Hollanders hoog, maar werd daarna helaas uitgeschakeld.
We gingen daarna terug naar Taghazout waar we langs de boardrepair gingen om te kijken of mijn board al klaar was. Zoals we al verwacht hadden, ging dat nog wel even duren. Daarna leegden we de porta potti in het publieke toilet in Taghazout (ik ben er ook niet trots op maar 15 euro betalen voor een verschrikkelijke camping om alleen gebruik te maken van de leegplek is ook weer zo wat). We hadden er niet helemaal rekening mee gehouden dat er in Taghazout geen pinautomaat was, dus we reden terug naar Tamraght om te pinnen en boodschappen te doen en gingen vervolgens naar ‘Banana Point’, waar we wilden gaan surfen. We parkeerden op het strand tussen het afval en wachtten tot het tij lager zou worden en de golven hopelijk beter, maar dat gebeurde maar niet. We namen een duik en gingen daarna terug naar ons favoriete plekkie bij ‘Desert Point’. De perfecte keuze, want mooie kleine golfjes rolden binnen en de omstandigheden waren perfect voor mijn eerste surfsessie. Met een hoed op en mijn litteken afgeplakt, om te voorkomen dat het litteken verbrand, gingen we ervoor en ik kan je vertellen, ik kon het gelukkig nog
Paradise Valley
Helaas zijn er, zelfs in Marokko, dagen waarop er geen golven zijn. We besloten naar Paradise Valley te gaan, een vallei die op een uur rijden van de kust ligt. Het voelde als een schooltripje, want het was deze dagen ontzettend warm in Marokko en veel mensen zochten verkoeling aan het strand of bij zulk soort oases in de bergen.
Zodra we bij de kust wegreden veranderde het landschap in een heuvelachtig droog gebied met in de valleien kleine oases vol met palmbomen en bloesembomen. Nu begrepen we waar alle dadels en amandelen vandaan komen.
Paradise Valley ligt in een vallei waar in de rivierbedding natuurlijk gevormde baden zijn ontstaan. Een heerlijke plek om verkoeling te zoeken en dus een populaire plek onder locals en toeristen. De plek vinden was dus ook niet moeilijk, want we liepen gewoon achter de eerste de beste tour aan. We liepen achter alle restaurantjes langs en vonden na een kwartiertje lopen het ‘paradijs’. Het zag er alleen toch iets anders uit dan we verwacht hadden, want het water was bruin en troebel, in plaats van helderblauw water dat we op foto’s op Google hadden gezien. Wat bleek, alleen wanneer er heel veel regen gevallen is, kan het sediment naar beneden zakken en kleurt het water blauw De laatste keer was in 2014, mooi is dat. Zo zie je maar weer, nooit te veel foto’s kijken voordat je ergens naartoe gaat.
Om de mensen een beetje te ontvluchten liepen we stroomopwaarts, waar we bij de prachtige uitgesleten rivierbedding uitkwamen. Daar waren alleen geen natuurlijke baden, dus einde van de dag liepen we toch even terug om te zwemmen en werden we verrast. Alle dagjestoeristen en tours waren weer terug naar Agadir en Taghazout, dus we hadden de plek voor ons alleen (zie de foto’s hieronder).
Wij parkeerden de camper vlakbij Paradise Valley en genoten ’s nachts van een prachtige sterrenhemel. De tweede dag tourden we verder door het gebergte op zoek naar watervallen en verkoeling. We werden al gewaarschuwd, want het heeft al hele lange tijd niet geregend, dus er werd verteld dat de watervallen zijn opgedroogd. Máár, eigenwijs als we zijn, wilden we dat met eigen ogen zien. Na twee uur rijden en het aflopen van droge rivierbeddingen kunnen we het je bevestigen, er zijn op het moment geen watervallen in dit deel van de bergen. Desondanks was het de rit helemaal waard en we genoten van een wandeling tussen de prachtige bloesem van de amandelbomen die op dit moment in bloei staan.
‘Desert Point’
Daarna keerden we, zoals je misschien wel had gedacht, weer terug naar ‘Desert Point’. We ontmoetten die avond een aardige man uit het kleurrijke vissersdorpje Aghroud dat verderop in de baai ligt. Die dag erna wandelden we naar Aghroud om boodschapjes te doen en kwamen we hem, natuurlijk, tegen. We werden uitgenodigd voor thee, maar Ahmed moest aan het werk om met de schoolbus de kinderen van school te halen, dus we nodigden hem uit voor een theetje bij de camper in de avond.
We hadden het niet helemaal verwacht, maar Ahmed kwam na zonsondergang écht voor een theetje. Super gezellig natuurlijk en enigszins grappig, want we maakten thee voor een Marokkaan, de koningen van het zetten van allerlekkerste thee die er is. Het was ontzettend gezellig én Ahmed leerde ons hoe je écht een goed kampvuur maakt in een handomdraai.
De dag erna besloten we toch echt verder te gaan. Er werden namelijk hele hoge golven voorspeld en dat zag ik nog niet helemaal zitten. We gingen eerst langs Ahmed voor een heerlijke Marokkaanse thee en vertrokken daarna naar Agadir, waar we grote boodschappen moesten doen en langs een mannetje wilden die verstand had van auto’s spuiten en ons wel eens kon helpen met het verhelpen van de roestplekken op de carrosserie. Daarover én over ons tripje naar de zuidkust van Agadir en het bezoek van Nynke in Marokko meer in de volgende blog.
Reactie plaatsen
Reacties