Tijdens de laatste twee weken in Marokko maakten we een prachtige reis vanaf de kust, via het binnenland naar onze eindbestemming Ceuta. In de vorige blog lees je meer over onze avonturen vanaf Sidi Kauoki tot in Merzouga. In deze blog neem ik je mee op het tweede deel van onze reis richting Ceuta. Het dorpje Merzouga aan de Sahara was onze laatste bestemming in het zuidoosten van het land. Vanaf hier werd het tijd om 'kilometers te vreten', want we moesten helemaal naar het noorden, om vanaf hier langs de kust op een iets rustiger tempo naar de grens te touren. Het bleek een week te worden vol met mooie verrassingen. De Mediterraanse kust van Marokko is redelijk onbekend en dus waren we extra verrast door alle mooie plekken die we bezochten. Ook op Ceuta wachtten ons een verrassing. Lees verder voor meer.
We pakken de draad weer op in Merzouga. Na de zonsopgang gezien te hebben, warmde de woestijn weer op en werd het ons letterlijk te heet onder de voeten. We besloten door te rijden en dus te starten aan onze rit naar het noorden. In drie dagen zouden we met twee stops, in Errachidia en vlakbij Nador, naar Al Hoceima rijden. De meeste mensen kiezen ervoor om vanaf Merzouga naar Fez te rijden en dan via het binnenland terug te gaan naar Ceuta/Tanger. Wij hadden echter deze plekken al ontdekt in onze eerste weken in Marokko en waren niet bepaald te spreken over de smalle slingerde weg die evenveel gebruikt werd door auto’s als tractoren én vooral ezels. We zagen een andere route die rechts van het Atlas-gebergte zou blijven en we hadden zo’n vermoeden (omdat dit de enige snelweg door dit hele gebied was) dat deze goed onderhouden en lekker rustig zou zijn. Ons idee klopte, de goed onderhouden tweebaansweg was voor ons de perfecte verbinding om van Merzouga naar de Mediterraanse kust kust te komen. De weg was rustig, we konden het gaspedaal lekker intrappen en vraten de kilometers letterlijk weg.
Het eerste deel van de route was het mooist. We reden door de woestijn en zagen op een aantal kilometer afstand het gebergte liggen dat tevens de Algarijnse grens was. Daarna reden we een heuvelachtig landschap in met prachtige valleien, groter én met een drogere omgeving dan we tot nu toe hadden gezien. Midden in zo’n vallei lag een kleine camping, waar we overnachtten. Het was weer tijd voor de huishoudelijke taakjes én om te douchen, onder een warme douche dit keer zelfs. Dat is een unicum in Marokko, maar wat het nog meer een unicum maakte, was dat de boiler niet goed afgesteld was en de douche té heet was en niet meer koud werd. Sta je dan, met je shampoo in je haar.. Gelukkig was het water van de douche ernaast wel verstelbaar.
De dag erna doorkruisten we de Moyen-Atlas (Midden Atlas). De toppen van het gebergte waren minder hoog dan bij de Hoge Atlas, maar we passeerden wel degelijk een slagboom die wordt gesloten want het sneeuwt op de bergpas!!!!!!!(ik snap wat je bedoelt, maar nu klopt het nog niet helemaal). Al zwetend in de auto omdat het dertig graden was buiten, konden we daar niks bij voorstellen, maar de besneeuwde toppen van de bergen bevestigden dat het in februari nog gesneeuwd had. Op de bergpas zagen we dan ook de eerste bomen die we sinds lange tijd gezien hadden, maar het was gauw weer gedaan met de groene natuur, want zodra we de bergen uit waren veranderde het landschap weer in een droge vlakte. Een splitsing volgde, de weg naar links ging richting Fez en de weg rechts was de impopulaire route, die wij namen. Bij de dorpjes waar we stopten merkten we meteen hoe ver deze gelegen waren van de rest van het land. We hadden het, al eerder besproken, ‘circuseffect’ en niemand sprak een andere taal dan Berbers. Op een bepaald punt waren er ook geen dorpjes meer en reden we urenlang door niemandsland, met de bergen links van ons op de horizon en verder om ons heen droge vlaktes. Normaal rijden we natuurlijk liever niet te snel, maar door dit niemandsland vonden we het wel prima om lekker door te rijden.
Einde middag arriveerden we in het noordelijke deel van Marokko en werden we meteen geconfronteerd met de cultuurverschillen binnen de Marokkaanse cultuur. Er waren geen vrouwen op straat, er werd geen andere taal dan Berbers gesproken, alleen soms een woordje Spaans en de mensen zijn verlegen en wat meer gesloten, in plaats van open en hartelijk. Wat ook meespeelde was dat in het gebied waar we doorheen reden bijna geen toeristen komen. Het was zeker weten veilig, maar ik voelde me toch niet helemaal op m'n gemak op straat. Gelukkig konden we na het doen van de boodschappen snel door naar de kust, onze eindbestemming van de dag.
Eenmaal daar aangekomen bleek het een nachtmerrie om een goede parkeerplek voor de nacht te vinden, omdat er door de politie en militairen veel gecontroleerd wordt vanwege de nabijgelegen Melilla, een Spaanse enclave. We vonden een plekje op een parkeerterrein vol met afval, nabij een strand, waar we uitgeput van de lange reis vroeg in slaap vielen. De dag erna bleek pas op wat voor verschrikkelijke plek we geparkeerd hadden. We hadden nog nooit zo’n groot probleem met het afval gezien, wat later best normaal bleek te zijn voor de regio, en verbaasden ons over de strandtenten en appartementen langs het strand, die buiten het seizoen de indruk gaven dat het ‘vergane glorie’ was.
We reden snel verder, het was nog een uurtje rijden naar Al Hoceima. De weg was het eerste stuk dramatisch slecht, maar zodra we langs Nador waren gereden werd deze beter én leuk om te rijden zelfs, want het was het begin van de lange kustweg die helemaal tot Ceuta reikte.
Al Hoceima
Al Hoceima is een stad waarvan we nog nooit gehoord hadden, zoals de meeste toeristen die naar Marokko gaan. Ik kan er zo van genieten om naar plekken te gaan waarvan we verder geen idee, en dus geen verwachting hebben, maar waarvan iemand zegt dat het was. Zo ook deze keer, mijn oom, Jaap, vertelde dat veel Nederlandse Marokkanen die hij in zijn klas had, hier in de zomer naartoe op vakantie gaan.
We snappen wel waarom ze voor Al Hoceima kiezen. De stad ligt dichtbij het Rif-Gebergte (de plek waar de meeste geëmigreerde Marokkanen in Nederland vandaan komen) en de locatie bovenop een hoog klif omringd met blauwe zee is geweldig. Vanaf elke hoek van de straat was er een ander prachtige uitzicht. Wij bezochten het strand Plage Quemado en namen een duik in het helderblauwe water, wat een stuk kouder bleek te zijn dan we dachten. De keuze om in deze Westers-ogende stad in mijn bikini te gaan zwemmen bleek niet helemaal goed ingeschat, dus ik voelde me helemaal niet op m’n gemak. We besloten maar verder te gaan, we zijn tenslotte toch niet zo fan van de stad en al helemaal niet als we zelfs geen theetje kunnen drinken omdat alles dicht is (door de Ramadan).
Plage Taoussarte
Tot dan toe was het lastig om parkeerplekken te vinden en de commentaren van andere camperaars schreven over de veelvuldige controles van militairen waren niet hoopgevend. De twee mooie plekjes in het Nationaal Park van Al Hoceima die we de dag daarna voelden daarom ook echt als een cadeautje. Op een klein half uurtje van Al Hoceima reden we het Nationaal Park in en zagen de wereld compleet veranderen. De bebouwing werd verwisseld voor natuur en de appartementencomplexen en grote huizen ingeruild voor traditionele boerderijtjes waar nog geen stromend water was. We voelden ons hier zoveel meer thuis dan in de drukke stad. We waren omringd met natuur en maakten een prachtige wandeling over het klif links van ons, waar we onderweg herders en vriendelijke locals tegenkwamen.
We dronken een theetje op het terras van het restaurant waar we geparkeerd hadden. Daar ontmoetten we een stel uit Al Hoceima en vijf minuten later zaten we met elkaar te kletsen alsof we elkaar al lang kenden en zat hun kleine jongen Ahmed Anis gezellig bij me op schoot. Spontane ontmoetingen zijn de allerleukste, in Marokko gaat er geen dag voorbij zonder een paar van deze heerlijke momenten.
Van Hasnaa kregen we de tip om naar een strand te gaan dat vlakbij de plek lag waar we geparkeerd hadden. En oh wat waren we weer blij met de tip van een local. De wandeling bracht ons tussen de akkers van de boeren door en daarna midden in de natuur. Vogels fluiten, de geur van de lavendel. Het was zó mooi en extra mooi na de droogte die we hadden gezien in Marokko. We wandelden het hoekje om en voor ons lag een hoog klif met een trap helemaal naar beneden. Man man, wat was het mooi. We namen een duik in het water, observeerden een zee-arend die zijn kleintjes beschermde tegen de meeuwen en maakten vervolgens de steile klim weer omhoog. Het was de vijfhonderd treden helemaal waard, want dit is misschien wel het mooiste strand van Marokko.
Cala Iris
In eerste instantie wilden we in één keer naar Tetouan, maar toen we bij Cala Iris kwamen, konden we niet anders dan hier een nachtje blijven. Het uitzicht vanaf het klif over Cala iris was adembenemend mooi. We genoten de rest van de middag lekker van het zonnetje en het was tijd voor ‘serieuze zaken’. De belastingaangifte werd gedaan en er werd weer gespeurd naar vacatures. Niet verkeerd toch, met zo’n uitzicht?
De volgende dag reden we door het prachtige Rif-gebergte naar Tetuouan. De rit was prachtig en we zagen veel van de regio, maar vooral ook de verschillen met de rest van Marokko.
Tetouan
De medina van Tetouan was de zogenoemde ‘kers op de taart’. De prachtige witte medina gelegen op de heuvels was nog niet ontdekt door de toeristen en in de wirwar van straatjes was alles te vinden wat je kon bedenken. Echt, alles! Een klein deel was maar gereserveerd voor de souvenirs en het overgrote deel van de medina was gevuld met verse etenswaren, heel veel lekker hapjes (meer dan normaal omdat het Ramadan was), kleding, sieraden, huishoudspullen, je bedenkt het niet en je kon het vinden. Wat leuk om te zien was, was dat veel mensen hier ook met hun spullen naartoe kwamen om te verkopen. Het idee van een rommelmarkt kwam op en dat was natuurlijk compleet misplaatst, want deze spullen zijn geen ‘rommel’ want ze kunnen nog prima gebruikt worden. Zo kochten we een telefoonhoesje, naalden (zodat ik mijn kleding kan maken) en een plantje.
Met pijn in ons hart verlieten we de medina en namen we in ons hoofd al een beetje afscheid van Marokko. Vlakbij Tetouan en op een half uurtje van de grens vonden we een mooi slaapplekje.
Ceuta
De volgende ochtend kwamen we ons bed niet uit, want we wisten dat we vandaag Marokko zouden gaan verlaten. Het laatste half uurtje naar de grens nam het aantal mensen af en het aantal militairen toe en toen stonden we ineens voor de grens. We waren verrast, want we wilden nog even snel tanken en boodschappen doen. Maar goed, omkeren voor de grens zou ook wat gek zijn, dus we besloten toch maar de grens over te steken. De grootste horrorverhalen leefden onder de camperaars over het oversteken van de grens bij Ceuta. Wanneer we vertelden dat we via Ceuta Marokko zouden verlaten, zag je de mensen hun ogen groot worden en kwam er altijd wel een verhaal over hoe moeilijk het wel niet was om de grens over te steken. We hadden ons mentaal voorbereid op de mogelijkheid om heel lang te moeten wachten, maar tot onze grote verbazing waren we er zo doorheen.
Eerst werd het kaartje van de auto gecontroleerd, vervolgens moesten we even wachten op de camper voor ons en daarna moesten wij uitstappen voor de controle van de douane. Elk gaatje van de inbouw werd weer uitvoerig gecontroleerd, maar gelukkig vonden ze het al gauw prima. We hadden ook werkelijk niets opgeruimd, dus ik kan me ergens voorstellen dat ze weinig zin hadden om de boel nog meer overhoop te halen. De politiehond bleef vervolgens wel erg lang snuffelen, maar met het idee dat er waarschijnlijk nog ergens een stinksok lag en we net gegeten hadden, snapten we ook wel dat de hond eventjes z’n tijd nodig had om alles te ruiken. Na een kleine tien minuutjes mochten we doorrijden, werden onze paspoorten gecheckt aan de Spaanse grens en moesten we nog één keer de deuren van de achterbak open doen om te laten zien dat we niemand extra mee hadden. Een half uurtje later stonden we in Spanje. We hadden ons voorbereid op dat het minstens een paar uur zou gaan duren, dus waren helemaal verrast dat het zó snel ging. Wat nu.. dachten we. Naar de boot dan maar.
Ons bootticket stond nog steeds voor een paar dagen later geboekt, dus we moesten deze proberen te verplaatsen naar vandaag. We gingen naar de ‘oficina’, waar we met ons Spaans dat lastig op gang kwam probeerden te vertellen dat we het ticket wilden verplaatsen. Het verplaatsen was geen probleem, vertelde de lieve dame achter de balie, maar naar vandaag was geen mogelijkheid, want de boten zaten vol. Door de harde wind was de deining te hoog, waardoor de snelle ferry niet meer vaarde en de andere langzame ferry dus volgeboekt was. Met veel scenario’s hadden we rekening gehouden bij het oversteken van de gedoemde grens naar Ceuta, maar dat de ferry vervolgens vol was doordat het stormde op de Middellandse Zee, daar hadden we niet aan gedacht. De eerstvolgende plek was morgenmiddag om vier uur, dus we moesten een nachtje in Ceuta blijven.
Toen we er achteraf op terugkeken was er geen moment dat we ervan gebaald hadden. Het voelde niet als een tegenslag, maar meer als een kleine verandering van het plan. En ik moet daarbij ook wel eerlijk zeggen dat ik van tevoren de voorspelling op windguru had gezien en m’n maag al omdraaide van het idee om met windkracht zeven en een deining van een dikke drie meter op zee te moeten gaan, dus we zaten wel even goed in Ceuta.
Al helemaal toen we de auto op een prachtig plekje parkeerden en een wandeling maakte langs de ruige kliffen van het schiereiland, om te eindigen met een héérlijk biertje op het terras. Dat was héél lang geleden, dus dat smaakte extra goed. ’s Avonds aten we ook nog eens zelfgemaakte pizza mét een kaasje en broodjes met allioli en dat is allemaal wel écht even genieten hoor, want dat hadden we in de afgelopen drie maanden stiekem toch wel een klein beetje gemist.
De ochtend daarna werden we om tien uur pas wakker, we schrokken ons rot. Waar we geen rekening mee hadden gehouden, was het tijdsverschil van twee uur. Marokko had al één uur tijdsverschil door de ingang van de zomertijd en door de Ramadan was daar nog één uur bij gekomen. We aten die avond ervoor pas rond tien uur, maar doordat het ook twee uur langer licht is hadden we dat helemaal niet doorgehad. Het was verder niet erg, want er stond weinig op de planning, behalve de ferry ’s middags. We deden nog wat boodschappen, zorgden dat we alles geleegd hadden uit voorzorg voor het schommelen van de boot en tankten nog één keer vol, want de diesel was hier dertig cent per liter goedkoper dan op het Spaanse vasteland.
Één uur van tevoren stonden we, zoals geïnstrueerd, netjes bij de incheckbalie van de ferry, toen ons nog een laatste verrassing te wachten stond. De medewerkster van Balearia vertelde ons doodleuk dat we 175 euro bij moesten betalen. Waarom, dat was niet helemaal duidelijk en verschillende redenen werden genoemd. Steeds verontwaardigder kwam ik dichter en dichter naar het raam aan de bestuurderskant toe om de medewerkster te kunnen verstaan in het Spaans, totdat ik bij Nijs op schoot zat. Tot dat moment had ik moeite met het vinden van Spaanse woorden, na drie maanden een poging tot Frans spreken gedaan te hebben, maar in het heetst van de strijd kwamen volle zinnen met argumenten en vragen eruit. De medewerkster was begripvol en ging nogmaals overleggen met naar leidinggevende. Ze kwam terug, gaf ons de bon en vertelde tot haar én onze grote verrassing dat we door mochten rijden zonder bij te betalen. We begrepen er niks van, maar stelden maar geen vragen meer en reden maar snel door. Een iets minder prettige boottocht met veel deining volgde, maar gelukkig vaarde we snel de haven van Algeciras in en hield ik de lunch binnen.
En toen waren we aan de overkant. De tijd in Marokko is voorbij gevlogen en ondanks dat we heel veel gezien, gedaan en meegemaakt hebben, hadden we nog véél langer willen blijven. Marokko is zo fijn en makkelijk om doorheen te reizen met de camper en we moesten dus echt weer even wennen aan Europa. Nu pas valt op hoeveel temperament de Spanjaarden hebben, hoe duur de boodschappen zijn, dat we weer op zoek moeten naar camperplekken omdat overal verbodsborden staan en was het de eerste keren een heel gek gevoel dat ik gewoon in mijn korte broek en hemdje buiten kan lopen. Het hoofdstuk Marokko is officieel afgesloten, voor nu dan, want wie weet komt er volgend jaar wel een vervolg. Wij reizen de komende dagen door West en Noord-Spanje, waar we de laatste paar weken van de reis op zoek gaan naar golven.
Reactie plaatsen
Reacties
Hoe heet t strand vlakbij waar jullie geparkeerd hadden?