Precies 31 dagen geleden, plus ondertussen een paar dagen want WiFi zoeken om de blog te uploaden behoort niet tot de dagelijkse bezigheden, begon onze reis langs de Atlantische kust. We reisden in de afgelopen maand via Frankrijk naar het noorden van Spanje en reden vervolgens door het binnenland van Spanje om verder te gaan in onze zoektocht naar golven, mooie plekjes en iets beter weer voort te zetten in Portugal. Het lukt niet altijd om een blog te schrijven, omdat er maar weinig momenten zijn dat we WiFi hebben, dus ik praat jullie in deze blog graag bij over de plekken waar we geweest zijn en wat we allemaal meegemaakt hebben.
Laon, Orleans en Ile de Re
We begonnen onze reis in het Noorden van Frankrijk, waar we verbleven in het middeleeuwse stadje Laon, daarna dompelden we ons onder in de rijke geschiedenis van Orleans en vervolgens genoten van het eilandleven in de winter op Ile de Re. Meer hierover vind je in de vorige blog.
Bordeaux
Onze volgende bestemming was de havenstad Bordeaux. We keken beide erg uit naar deze stad, omdat we van verschillende mensen enthousiaste verhalen hadden gehoord. Deze verhalen bleken helemaal waar te zijn. Bordeaux is de perfecte mix van een rijke geschiedenis en creatieve vooruitgang. Het heeft prachtige wijken uit de Gouden eeuw, dankzij de bloeiende wijnhandel met Engeland, er zijn wijkjes met kleine straatjes waar op elke hoek iets anders te beleven valt, en langs de rivier de ‘Garonne’ vind je de plekken waar vroeger de haven was, maar die nu overgenomen zijn door creatieve projecten.
De eerste dag bezochten we maar liefst drie markten. De eerste markt was aan de rivier, waar allerlei lokale streekproducten waren. De tweede markt bracht ons in het bruisende oude centrum, waar we een mix van culturen en straatjes afgeladen met volle terrasjes aantroffen. De vlooienmarkt op ‘Place Canteloup’ was heerlijk om overheen te struinen, maar omdat er niet zoveel plek meer over is in de bus werd uiteindelijk niets gekocht. Daarna struinden we verder door de straten en kwamen we langs de markt van ‘Place de Capucins’. We bezochten ook het ‘Place de la Victoire’, de ‘Grosse Cloche’ en de kathedraal van Bordeaux.
Zoals je al hoort is te veel om op te noemen, een tweede dag was daarom ook nodig om Bordeaux verder te verkennen. We bezochten de tweede dag ‘Darwin’, een creatief project waarbij loodsen omgetoverd zijn als werkplekken voor allerlei kleine bedrijfjes die zich inzetten voor een betere wereld. Een mix van kunst, cultuur en eco-initiatieven. Daarna fietsten we verder door de stad en aten we onze lunch aan de rivier.
Helaas eindigde onze tijd in Bordeaux minder. Toen we weg wilden rijden deed de rem ineens gek en toen we de auto vervolgens wilden verplaatsen hadden we een klein ongelukje met een andere auto. Hoort erbij, we gaan het er verder niet meer over hebben, zulk soort dingen gebeuren nu eenmaal.
Biarritz
Na een nachtje in Mimizan, dat compleet uitgestorven was en waarom we dus meteen besloten door te rijden, kwamen we in Biarritz. Een cadeautje was onze prachtige camperplek aan het strand, we waren het ongelukje in Bordeaux dan ook snel vergeten.
We verbleven in totaal vier dagen in Biarritz. Deze kustplaats is de perfecte mix van een grote surfcultuur en het elegante stadsleven, tenzij je in een camper woont en niet elke dag je kleren kan wassen en onder de douche staat, maar ook dan is het heerlijk om je in het bruisende stadsleven te voegen. We surften de eerste twee dagen heerlijk bij ‘Plage Cote Basques’ en dwaalden de rest van de dag door het leuke stadcentrum van Biarritz. De derde dag wandelden we de ‘Sentier du Littoral’, een wandelroute langs de ruige Frans-Baskische kust. Je leest er meer over in vorige blog. De vierde dag wilde we eigenlijk richting San Sebastian, maar omdat de surf zo goed was besloten we te surfen bij een van de mooie baaitjes waar we onderweg langs waren gelopen.
Biarritz was voor ons de perfecte mix tussen surfen, prachtige natuur en een gezellig stadsleven. Het was dat het steeds kouder werd en er veel regen op de voorspelling stond, anders hadden we hier nog heel lang willen blijven.
San Sebastian/Donostia (Baskische naam)
Heel toevallig waren we tijdens de ‘Sentier du Littoral’ onze goede vrienden Lindsay en Bart-Jan tegenkomen, die tijdens hun reis naar het zuiden stopten in het dorpje ‘Gethary’ precies op het moment dat wij er waren. Ik begrijp dat het redelijk ongeloofwaardig is, maar we hadden geen idee en waren alle vier even verrast toen we elkaar zagen. We besloten elkaar op te zoeken en samen naar San Sebastian te gaan, maar niet voordat Nijs en ik een heerlijke douche namen op de camping waar Lindsay en Bart-Jan die nacht hadden gestaan.
We parkeerden de auto vervolgens buiten de stad en gingen te voet verder de stad in. We verkenden de stad, beklommen de top naar het uitzichtpunt en aten heerlijke tapas in een van de vele pintxos-cafés in het oude centrum. Tegen het einde van de middag vertrokken we richting onze slaapplek, vlakbij het volgende dorpje Orio. Hier hadden we een gezellige avond en werden we de dag daarna verrast wakker in een prachtig landschap: Links uitzicht op zee en rechts uitzicht op de Pyreneeën. We maakten samen nog een hike, waarna Lindsay en Bart-Jan besloten verder te reizen en wij besloten terug te gaan naar San Sebastian om de stad verder te verkennen. Een prachtige slaapplek vonden we aan de boulevard middenin het centrum en we bleven hier nog twee dagen. We verkenden de stad, maakten een wandeling over de kliffen naar het dorp Pasajes, en we bezochten het ‘San Telmo Museoa’, een museum waarin heel uitgebreid wordt verteld over de geschiedenis van Baskenland, en waar wij dus urenlang rondliepen omdat het zo interessant was.
San Sebastian -> Leon -> Portugal
Vanwege de regenachtige weersvoorspelling leek het ons een goed idee om verder richting het zuiden te gaan. In San Sebastian kwam de temperatuur niet boven de twaalf graden uit en toen de zon scheen was dat prima, maar met regen leek ons dat toch minder plezierig. In Portugal zagen we betere temperaturen, dus we besloten Spanje te doorkruisen en naar Portugal te gaan, waar het ook regende maar dan in ieder geval zestien graden zou zijn. Een beslissing die we maakten met pijn in ons hart, want we hadden het ontzettend naar ons zin in Noord-Spanje. Niet alleen vanwege de golven en prachtige natuur, maar juist de combinatie met de levendige cultuur en geschiedenis maakte het voor ons een geweldige plek.
De reis naar Portugal duurde in totaal negen uur. We reden twee keer 4,5 uur met een tussenstop in Léon en genoten ontzettend van de route. We hadden beide geen idee dat het binnenland van Spanje zo mooi was. Meteen nadat we San Sebastian verlieten reden we door de bergen en nadat we hier doorheen waren, kwamen we in de prachtige wijnstreek Navarra waar we genoten van de prachtige vergezichten en onverwachtse rotspartijen die uit het niets opdoemden.
Het mooiste stuk van de route lag op de grens tussen Spanje en Portugal. Als je niet teveel voorbereid, dan wordt je extra verrast door wat er op je pad komt. Op die manier doorkruisten we het ‘Parque Nacional Peneda-Gerês’. En wij ons nog afvragen waarom de weg vlakbij de grens van Spanje naar Portugal ineens zo smal en slecht onderhouden was. Er was natuurlijk niemand zo gek om hier geen tol te betalen maar de N-wegen te volgen die door een natuurgebied heen kronkelen. Wij dus wel, natuurlijk, maar we hebben er geen moment spijt van gehad. We reden door prachtige groene bergen en langs valleien met rivieren. We moesten niet alleen regelmatig stoppen voor koeien en paarden op de weg, maar ook om even uit de auto te gaan en deze prachtige natuur in ons op te nemen.
Viana do Castelo
Einde middag reden we Portugal binnen en zonder dat we echt een idee hadden waar we naartoe wilden kwamen we terecht in Viana do Castelo, een stad die een van onze favoriete plekken zou worden. Ten eerste al omdat er steeds regen voorspeld werd, maar de zon toch scheen en we in het zonnetje alle mooie plekken hier konden ontdekken. Zoals het prachtige uitzichtpunt, de mooie kustwandelroute en het gezellige stadscentrum, waar we ook de voetbalwedstrijden keken, maar de ‘Bolla de Berlim’ ons toch meer in de smaak viel.
Portugal beviel ons ook al snel goed. We waren allebei nog nooit in Portugal geweest, maar konden snel wennen aan het tijdsverschil waardoor de zon een uurtje eerder opkwam, de gebakjescultuur en de lage prijzen bij horecagelegenheden. Met ons Portugees gaat het nog iets minder, maar gelukkig zijn de meeste Portugezen geduldig en spreken ze goed Engels.
Terug naar Viana, naar hetgeen waar we, onder andere, voor kwamen: Surfen! De surf in Viana was geweldig. De eerste dag helaas te hoog, maar daarna werden de omstandigheden goed. Een nadeel, het is ontzettend druk op surfspot ‘Praia do Cabedelo’, tenzij je weet dat rond lunchtijd én op zondag de Portugezen het water niet in komen. We ontmoetten al snel wat andere camperaars en lokale mensen en dat resulteerde in de perfecte line-up met de perfecte golven en perfecte omstandigheden. We hebben golven gesurft waarvan we dromen en zullen deze niet snel meer vergeten!
Porto
Ondanks dat we steeds minder op de weersvoorspelling kijken en op basis hiervan plannen maken, leek het ons toch een goed idee om met drie dagen achter elkaar 100% regenkans door te rijden naar Porto, zodat we deze stad konden verkennen.
In Porto wordt veel geschreven over dat er ingebroken wordt in campers, dus we besloten te verblijven op de camping. Het ontvangst met de eerste woorden dat luidde als “Two nights minimum” was wat minder hartelijk, maar verder hadden we een goede eerste ervaring met de camper op de camping, vooral de douches waren heerlijk. Vanaf de camping konden we gemakkelijk op de fiets naar de stad. Een mooie fietsroute ging langs de kust en de oevers van de rivier de ‘Douro’, waar Porto aan gebouwd is, naar het centrum.
De eerste dag verkenden we de stad te voet. Bijzonder om te zien waren de verschillende wijken met bouwstijlen die de stad heeft, wat komt door het steeds groeien van de stad waardoor in de loop der jaren steeds andere wijken erbij aangelegd zijn. Vooral het oude centrum met kleine huisjes en smalle straatjes met trappen waren onze favoriet.
Voor de lunch, en om even een beetje op te drogen, kwamen we terecht bij een lokaal tentje waar vooral hardwerkende Portugezen kwamen lunchen. Een uitgelezen kans om lokale gerechten te proberen. We maakte kennis met de ‘pasteis de nata’, een bladerdeeg met crème gevuld gebakje, wat we vanaf die dag elke dag haalden in Portugal omdat het zo lekker was en we aten een lunchgerecht met toast, groenten, ei en een speciale saus met veel alcohol. De rest van de middag wandelden we door de stad en ’s avonds maakten we tapas samen met onze campervrienden Jonas en Hannah, die we al eerder in Viana hadden ontmoet. .
De tweede dag bezochten we boekenwinkel ‘Livraia Lello’. We moesten een toegangskaartje kopen, maar konden deze vervolgens als voucher gebruiken voor het boek dat we wilden kopen. Boekenwinkels zijn onze favoriet en het was leuk om de architectuur en klassieke boeken te bewonderen, maar gek werden we van de drukte en poserende mensen. Één van de medewerkers wist veel te vertellen over de boeken waar we in geïnteresseerd zijn en zo ging ik naar huis met het boek ‘Orlando’ van Virginia Woolf en Nijs met ‘The high mountains of Portugal’ van Yann Martel. De rest van de middag dwaalden we weer verder door de straten van Porto en aten we nog meer ‘pasteis de nata’. Natuurlijk konden we er niet omheen om ook een fles port te kopen, de drank waar Porto zo groot door geworden is. We kozen de beste fles port, op aanraden nadat de cassiėre zo ongeveer iedereen in de winkel had gevraagd welke fles het lekkerst was, en kwamen we erachter dat deze drank heus zo slecht nog niet is.
Figueira da Foz
Na drie nachten in Porto werd het tijd om verder te gaan richting het zuiden. Het originele plan om een uur zuidwaarts te gaan naar Aveiro werd al snel gewijzigd, want de gastank was leeg en deze kon bij geen enkele plek buiten Nederland/België worden bijgevuld, hoe bedenk je het… Gelukkig kwam Nijs na wat zoeken op Google een site tegen die schreef dat bij een tankstation in Figueira da Foz wel gewoon bijgevuld wordt. Op hoop van zegen, en eigenlijk de moet al een beetje opgegeven, gingen we er naartoe en werd tot onze grote verrassing de gastank zonder problemen voor een klein prijsje bijgevuld. Gelukkig maar, want anders werd koken wel heel lastig.
We parkeerden de camper vlak buiten Figueira da Foz en deden het hier nog rustiger aan dan voorheen: beetje rommelen in de camper, boekje lezen, her-en-der wat maken en toen de zon eenmaal scheen heerlijk in het zonnetje zitten. De zee was nog een grote klotsbak dus surfen zat er niet in, maar wel parkeerden we ’s avonds op de mooiste plek tot nu toe, waar we ontzettend genoten van het uitzicht, de prachtige sterrenhemel en de volgende ochtend de zonsopgang.
Helaas zat surfen er nog steeds niet in, omdat de golven de volgende dagen te klein waren, dus verkenden we het dorpje en reden we een stukje terug langs een nieuw aangelegde weg langs het klif, wat ons bracht in het kleine dorpje Quiaios. We genoten van het strand en de lekkere temperaturen, want het was deze dag heerlijk zonnig weer.
Nazaré
Nog steeds geen goede surf voor ons en daar baalden we flink van, dus we besloten door te rijden naar Nazaré, wat lag op ongeveer anderhalf uur rijden van Figueira. Een autorit waar we wederom van genoten, langs prachtige natuurgebieden en schattige Portugese dorpjes. We stopten weer veel te veel onderweg om foto’s te maken, het uitzicht in ons op te nemen én natuurlijk een ‘pasteis de nata’ te halen.
Einde middag kwamen we aan in Nazaré, het dorpje waar door een kloof voor de kust de grootste golven van de wereld zijn, wel dertig meter hoog met de juiste omstandigheden. Van kinds af aan droomde ik er al van om deze plek te bezoeken, dus diezelfde middag bezochten we het klif waarvandaan je deze beruchte golven kan zien. Die dag geen swell, maar de dag daarna hadden we meer geluk. We parkeerden de bus bovenaan het klif en liepen wel drie keer naar beneden om te kijken naar deze magische golf, die op die dag maximaal tien meter was, maar zo bijzonder om te zien, te voelen en te ervaren dat we er geen genoeg van konden krijgen.
Verder gingen we nog op pad in Nazaré zelf, maar dat was in de winter net zoals alle andere dorpjes langs de Portugese kust behoorlijk uitgestorven en een beetje troosteloos. We hadden genoeg gehad van het bewolkte weer en door het mooie weer van een paar dagen terug waren we iets te gewend geraakt aan warme temperaturen. Tijd om koers te zetten richting Zuid-Spanje. Je leest meer in de volgende blog.
Reactie plaatsen
Reacties